Toen Frank Bunnik enkele weken geleden op de podcast van Speloptafel vertelde over dat er dit jaar wel eens 24.000 tot 25.000 bezoekers op het Spellenspetkakel zouden kunnen komen, toen leverde dat wat zure reacties op. ‘Is dat wel prettig?’ en ‘komen we dan wel aan spelen toe?’. Daags na het bordspellenfeest kan een prettige conclusie getrokken worden: ja.
In een gesprek met de organisatie van het Spellenspektakel werd de groei uitgebreid besproken. De capaciteit groeide gelijkmatig met het vloeroppervlak, was het idee. Twintig procent erbij en bredere gangpaden en een oproep aan uitgevers om meer tafels neer te zetten.
Die veranderingen waren zeker terug te zien. De paden oogden breed en vrijwel nooit overvol. Daarnaast waren er veel meer tafels om aan te schuiven, waardoor het gevoelsmatig veel vaker mogelijk was om aan te schuiven.
De nieuwe indeling met publiekstrekkers 999 Games en White Goblin Games (laatstgenoemde had een gigantisch paviljoen) zorgde ervoor dat er een directe doorloop naar de achterzijde ontstond van de beursvloer. Maar ook bij andere grote standhouders zoals Asmodee en HOTGames was het gezellig druk.
Voor de kleinere partijen, beginnende uitgevers, was er een ware promenade in hal tien uitgerold. LIefhebbers van onbekende titels konden daar hun hart ophalen. En ook een van mijn persoonlijke favorieten, de bring-’n-buy (de tweedehands-spellenstand) trok weer veel publiek, net als de lorcana-stand. Maar dat kwam mede door de speciale promo-kaart, die in de loop van zondag uitverkocht was (en spontaan was de rij ook verdwenen).
Schot in de roos
Het algemene beeld dat er op de beurs gedeeld werd, bij bezoekers en uitgevers, is dat er waarschijnlijk meer mensen over de vloer kwamen, maar dat het zeker niet drukker leek. Daarmee lijken de veranderingen die zijn toegepast een schot in de roos te zijn. Gestage groei van de beursvloer die gelijk opgaan met de bezoekerscijfers.
Daarmee komt het Spellenspektakel in een rijtje van de subtop van Europa: weliswaar op grote afstand van SPIEL (193.000) en Cannes (80.000), maar nog slechts de helft van UK Gaming Expo in Birmingham. En daarmee is het Spellenspektakel een steeds meer volwassen beurs, die niet misstaat tussen de grote Europese jongens.
En misschien is het aantal toegenomen bezoekers niet helemaal naar ieders zin, maar het is gewoon een feit dat bordspellen populairder zijn geworden en dat het Spellenspektakel meer bezoekers trekt. En dus is het aan de organisatie om dat in goede banen te leiden. En dat lijkt meer dan geslaagd.
Nieuwe problemen
De toegenomen bezoekersaantallen zorgen er wel voor dat er wat werk aan de winkel lijkt. Mede door de afsluiting van de P1, was P6 in no-time gevuld en stonden er bijna Essen-achtige rijen voor de overgebleven parkeerplaatsen. Door de grotere hoeveelheden bezoekers waren de wachtrijen voor de horeca bijzonder lang, om nog maar te zwijgen over de wachttijden voor een sanitaire stop.
En nu? Het blijkt dat de grondige groei van de bezoekerscijfers voor spellenbeurzen ook in Nederland blijft doorzetten. Maar betekent dat het Spellenspektakel van volgend jaar nóg groter moet worden, qua oppervlakte? En hoe moet die er dan uit gaan zien? Het lijkt erop alsof Frank Bunnik en zijn team nog een paar hele lastige inschattingen moeten gaan maken. Gelukkig hebben ze daar nog een jaar de tijd voor.